sportblessures in de rechtzaal
In de zomer van dit jaar heeft het gerechtshof te Den Haag een opmerkelijke uitspraak gedaan. Alvorens de uitspraak van het gerechtshof verder te bespreken, schets ik hieronder nog even de situatie waarover het gerechtshof diende te oordelen:
In 2014 raakte een voetballer tijdens de amateurwedstrijd Schoonhoven 1 en cvv Zwervers 7 ernstig geblesseerd aan zijn been. Na een duel om de bal, waarbij zijn tegenstander een sliding inzette, liep het slachtoffer een dubbele beenbreuk (gebroken kuitbeen en gebroken scheenbeen) op en een scheur in de enkel. De wedstrijd werd gespeeld in de 8e klasse van het zondagvoetbal. Als gevolg van het voorval heeft het slachtoffer een vordering tot schadevergoeding ingediend.
Het gerechtshof oordeelde in hoger beroep dat de verdachte geen opzet heeft gehad zijn tegenstander letsel toe te brengen. Diverse getuigen hebben aangegeven dat de actie van de verdachte verband had met de spelsituatie, en de sliding werd ingezet om balbezit te verkrijgen. Desondanks heeft er toch een veroordeling door het gerechtshof plaatsgevonden. Het gerechtshof oordeelde namelijk dat er wel sprake was van voorwaardelijke opzet. De kans dat het slachtoffer door de actie van de verdachte geraakt zou worden, ten val zou komen en dat daardoor pijn en letsel aan het slachtoffer toegebracht zou worden, was wèl aanmerkelijk. Voorts geeft het gerechtshof aan dat bij het maken van een sliding de speler bewust het risico neemt dat hij zijn tegenstander raakt en/of ten val brengt, en dat het een feit van algemene bekendheid is dat het aantal blessures ten gevolge van slidings groot is. De verdachte werd veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur en een boete van bijna 9000 euro, die hij aan het slachtoffer dient te betalen.
Als liefhebber en beoefenaar van het voetbalspel ben ik verrast door deze uitspraak. Voetbal is een contactsport. Bij een duel om de bal wordt er op een bepaalde manier altijd wel contact gemaakt met het lichaam van de tegenstander, dit hoort erbij. De spelers die elk weekend aan de aftrap verschijnen van een voetbalwedstrijd, weten dit ook. Naar mijn mening slaat het gerechtshof de plank mis door aan te geven dat de kans aanmerkelijk is dat iemand geblesseerd raakt na het inzetten van een sliding door zijn tegenstander. Wekelijks vinden er ongeveer 30.000 wedstrijden plaats in het (amateur)voetbal en worden er minimaal 100.000 slidings gemaakt, waarvan het bijna alle keren goed afloopt. De kans dat iemand een dubbele beenbreuk en een scheur in de enkel oploopt is bijna 1 op 1.000.000. Dat is geen aanmerkelijk kans en een feit van algemene bekendheid, is het ook niet. Als er nadien wel dergelijke blessures ontstaan, dan is er van opzet vaak geen sprake.
Niet iedereen is natuurlijk even goed in het uitvoeren van de sliding. Sommige spelers zijn meesters in het uitvoeren van de sliding en zij gebruiken het dan ook als wapen. Andere spelers gebruiken de sliding omdat ze tijdens het spel niet goed gepositioneerd staan, en dit op een bepaalde manier moeten compenseren. Weer andere spelers zetten de sliding in omdat ze van nature wat harder de duels in gaan, maar wel op een faire manier en geheel conform de spelregels. De spelregels die de sliding overigens niet uitsluiten. In de 8e klasse van het zondagvoetbal spelen niet de beste spelers en zij zijn niet even goed in het uitvoeren van de sliding. Het niveau in deze klasse is wat lager, en vaak wordt er ook harder gespeeld. De spelers weten dat, maar voor deze omstandigheid heeft het gerechtshof ook geen oog gehad. Met deze uitspraak in het achterhoofd zullen amateurvoetballers wel 3x nadenken voordat zij een sliding inzetten, iets wat natuurlijk te gek voor woorden is. Je kunt zomaar een schadevergoeding van 10.000 euro moeten betalen omdat je iets te fanatiek de bal van de tegenstander af probeerde te pakken. Een bedrag dat voor de gemiddelde amateurvoetballer overigens lastig op te hoesten zal zijn.
In het algemeen ligt de lat voor aansprakelijkheid bij sport en spelsituaties hoog. Als een speler de spelregels bewust en op een schandalige manier overtreedt, dan is het terecht dat een speler strafrechtelijk of civielrechtelijk op grond van een onrechtmatige gedraging wordt veroordeeld. Uit het arrest van het gerechtshof blijkt dit echter niet duidelijk. Het is dan ook de vraag of deze uitspraak stand zal houden als er een rechtsmiddel tegen wordt ingesteld. Tot die tijd, is het echter raadzaam toch wat op te passen met de sliding.
ECLI:NL:GHDHA:2017:2324